Orange wine - Dé wijn voor de echte hipster!
Orange wine - Dé wijn voor de echte hipster!
Als u de in flanellen ruitjeshemd geklede hipster met de ouderwetse bril (niet noodzakelijk, maar wel vet), een baard en opvallende snor niet meteen kunt onderscheiden van een ‘mainstream’-wijnneus dan herkent u hem waarschijnlijk wel tijdens het (laatste) culinaire gedeelte van de dag. Want hipster of niet, eten en drinken moeten we allemaal.
Is het een vleesetende hipster dan moet het vlees gegrild zijn, want dit hoort bij de gelijknamige subcultuur welke in de vorige eeuw voor het eerst opdook en vandaag de dag in de trend past van slow food, flexitarisme, vegetarsime of veganisme tot fruitisten, hoewel de laatste groep door het gebrek aan vetten, eiwitten en B-vitaminen vermoedelijk eerder het loodje legt dan menig ander foodfanaticus. En de kans is groot dat de kleur in het hipsterwijnglas oranje is, de coole hipster ‘extreme’ van vandaag drinkt namelijk orange wine.
In één zin samengevat: orange wine is witte wijn, gemaakt als rode wijn. Dit betekent dat het vergiste druivensap samen met de schillen, pitten en soms ook steeltjes, na de alcoholische gisting op vat blijft, soms wel een jaar lang. Dit lange contact met de vaste bestanddelen van de druif zorgt onder meer voor een bijzondere kleur, afhankelijk van het druivenras van diep geel, amber en goud tot oranje, vandaar de naam orange wine. Deze zeer oude manier van wijn maken vindt zijn oorsprong in het huidige Georgië. In Transkaukasië werden duizenden jaren geleden al wijnen in kleivaten, zogeheten 'kvevri’, in de aarde ingegraven, die tijdens de rijping konden profiteren van de koele ondergrondse temperatuur. Orange wine heeft van nature een hoger tanninegehalte dan ‘normale’ witte wijnen, omdat door de lange rijping de tannines aan de schillen en de steeltjes onttrokken worden. Sinds Josko Gravner uit Friuli in 1998 voor het eerst in lange tijd tijd weer orange wine heeft gemaakt beleeft deze old fashioned stijl een voorzichtige come-back in de natuurwijn-scene.
Een kenner van deze trend is topsommelier Ronny Schreiber van Michelinster-restaurant* Burgstuben Residenz in Heinsberg, op een steenworp gelegen van Sittard aan de andere kant van de grens, in Duitsland. Zelf noemt Ronny zich een ‘Genussmanager’, en daar heeft de shooting star uit de Duitse gastrocultuur absoluut gelijk in: 'Een sommelier is tegenwoordig meer dan alleen een wijnkenner die wijnadvies geeft. Wij proberen onze gasten te enthousiasmeren voor dit bijzondere product. Of orange wine nu cool is of niet maakt mij niet uit als het gaat om het verwennen van onze gasten. Belangrijk voor mij is dat elke wijn (orange of niet) een bepaalde doordrinkpotentie heeft, dat een gast dus meer wil dan een glas”.
En hier begint nu precies het dilemma van menig orange wine met zijn hypermoderneetiketten. Door het verminderde fruitkarakter (het verlies van de primaire smaken die rechtstreeks van de druif afkomstig zijn) en de duidelijk aanwezige tannine’s zijn het doorgaans wijnen die schreeuwen om eten. 'Dat is eigenlijk niet zo slecht' denkt het ondernemers-hart. Met enkele collega-docenten van de Wijnstudio deden we de 'orangeproef': de welschriesling 2016 van Weingut Wellanschitz uit het Oostenrijkse Burgenland. Die sluit met zijn stenige, frisse smaken van citrusvruchten en gedroogde steenvruchten perfect aan op de tarbot ucha (Russisch recept) met gedroogde tomaat en bloemen uit eigen tuin, naast schuim van witte tomaat. Dit gerecht is een ‘signature dish’ van de enige sterrenchef in Europa afkomstig uit Rusland - Alexander Wulf. Daarna proefden we bij hetzelfde gerecht een andere orange wine, en opeens is het een absolute no go. De Gemischter Satz 2017 (meerdere druivenrassen door elkaar in de wijngaard, samen geoogst en vergist) van Weingut Leitner uit dezelfde Oostenrijkse provincie heeft veel te veel tannine’s. Daardoor worden de umami smaken van de tarbot bitter. Deze wijn zou beter passen bij een plankje pata negra.
Samenvattend: Ik geloof niet in uitgesproken hippe etiketten, want de waarheid ontdek je toch alleen in het glas. Ik geloof ook niet in wijnen die slechts ‘een-glas-lang’ plezier maken. Want waarom vullen wij wijnen af in 0,75 liter flessen: omdat dit de hoeveelheid is die een gezonde man per dag mag drinken - volgens Dom Perignon!
Aan alle hipsters: Ik sta wat duurzaamheid betreft met twee voeten aan jullie kant. Uiteraard ben ook ik tegen de conventionele land(wijn)bouw omdat al lang bewezen is dat natuurwijnen beter zijn voor het milieu en voor de mens! Dus wijn van druiven geteeld door duurzaam, organisch of biodynamisch werkende fruittelers. En wijnmakers die niets anders aan de wijn toevoegen dan een beetje SO2 (sulfiet). En nee, u krijgt geen hoofdpijn van dit beetje SO2, maar wel van alcohol - gewoon iets minder drinken of meer water drinken tijdens het genot van ons favoriete vloeibaar voedingsmiddel. Maar als orange wine een blijvend succes willen worden moeten de wijnen ook lang drinkbaar blijven, langer dan één glas, en dat is vaak niet het geval!
Ook is het uitermate spannend om het oorsprongsgebied van een wijn te herkennen, het klimaat, een of meerdere druivenrassen, de invloeden van de wijnmaker. Deze belangrijke componenten, waar wijnliefhebbers soms uren over kunnen filosoferen, verdwijnen in grote mate doordat de orange wine tijdens het rijpen 'aan zijn lot wordt overgelaten.' Best jammer eigenlijk, want wijn is cultuur van een bepaalde streek en wijnmaker op fles, en in ons glas.